Editoriaal My Way 28 : Tegenover de normaliserings- en disciplineringsdwang: het vrije gebaar van de straatkunstenaars!

#

 

In deze aparte politieke tijden, is het de trend leiders te kiezen die vastbesloten zijn om muren rond hun land te bouwen, om schaamteloos wallen op te trekken die dienst moeten doen als humanitaire, economische of religieuze barrière. In deze tijden is het meer dan ooit nodig te onthouden dat een muur van meet af aan is voorbestemd om te worden doorboord, beklommen, omzeild, afgebroken, geschilderd… In de steden nodigt hij er zelfs toe uit -zeker wanneer het gaat om een blinde, grijze muur- om stiekem te worden veroverd en drager te worden van de vrije expressie[1] -, en kan hij zelfs getransformeerd worden in een schitterend kunstwerk!

Deze speciale editie van My WayBuiten het kader”, is er één van betekenis, het is een eerbetoon aan al de wilde, clandestiene praktijken zoals tags, graffiti of muurschilderingen van allerhande stijlen, die “vrij rondlopen” op de muren van onze steden. Lang beschouwd als vandalisme, zijn ze de laatste jaren grotendeels erkend als volwaardige artistieke beweging onder de algemene noemer Street Art en kunnen ze vandaag prat kan gaan op hun eigen Biënnale (Urban Art Biennale).

Naar aanleiding van de zeer recente en uiterst opvallende verschijning van clandestiene anonieme muurschilderingen in Brussel, ontmoeten wij Alain Lapiower, directeur en bezieler van Lezarts Urbains. Ook hij vangt de geruchten op die gonzen achter de muren, dat deze muurschilderingen het werk zouden zijn van een zekere Bonom, dat ze als gedurfd politiek gebaar het embleem werden van zij die “de stad helpen ademen”.

Het gaat erom ze te erkennen als diverse, illegale expressievormen van protest, van verzet tegen de toenemende normaliserings- en disciplineringsdwang, die tegelijkertijd ijveren voor een spontane herovering van de stedelijke ruimte. Voor ons is het leerrijk om op onze speurtocht naar het onvergelijkbare, aandacht te hebben voor de subjectieve dimensie die in het spel is bij street artists die herkenbaar zijn door een stijl – een dat is zeker van hem[2]– die hen uit de anonimiteit haalt.

Zo kunnen we in het interview van Denis Meyers, “le type aux graphes”, ontdekken dat zijn performance-expositie Remember souvenir – die zozeer buiten de normen is door haar omvang en omdat ze is voorbestemd om te worden afgebroken – hem vooruit heeft gestuwd in een krachtig cathartisch elan. Van het portret van Jean-Michel Basquiat dat Catherine Heule ons schetst, leren we dat de graffiti een markering zijn van zijn sociale aanfluiting van het gezag, en zijn manier waren om “een naam te maken voor zichzelf”. En in de ontmoeting met Kool Koor lezen we eveneens dat het draait om het zoeken naar een identiteit in de parallelle wereld van de straat, via de schoonheid van belettering.

Ten slotte herinneren Maria Torres Ausljo en Katya Stoycheva ons eraan dat film -met de regisseur Yorgos Lanthimos – en fotografie – met de ervaring van de psychoanalyse als geallieerde – niet kunnen achterblijven wanneer het erom gaat iets te doen weerklinken van de noodzakelijkheid om buiten de normen een plaats te maken voor de eenzaamheid van het genot. Tegen de onwetendheid, op de muren of doorheen de gaten, eender waar!

PS: Tijdens de plenaire sessie van PIPOL 8 krijgen we de kans om Bonom/Vincent Glowinski te ontmoeten: hij brengt een dansperformance waarbij de projectie van zijn creërende handeling op groot scherm tot fascinerende tableaus zal worden omgetoverd!

Vertaling Christel Van den Eeden

[1] « Eerst zie ik een muur die me aankijkt. Dat kan zo beklemmend worden dat het voor mij noodzakelijk wordt te interveniëren » vertelt Bonom, bij gelegenheid street artist, in een interview met Guy Duplat in de krant La Libre van 12 februari 2014.

[2] Formulering van Jacques-Alain Miller voor de signatuur van het symptoom. Cf. Amirault M., Bricoleur du réel. Gaston Chaissac, épistolier, Paris, Navarin-Le champ freudien, 2017, p. 158.

Print Friendly

This post is also available in: FransEngelsItaliaansSpaans